Het idee om eens het e.e.a. uit te typen wat er de dag van het overlijden van mijn broer gebeurde, wat ik voelde en dergelijke popte van de week op en ik dacht ja dat ga ik eens doen. Wat ik er verder mee wil, geen idee. Maar ik voel dat het ook weer een stukje verwerken is. Ook al voel ik dat ik er ‘ok’ mee ben, met zijn dood bedoel ik, lijkt het me toch fijn om die dag -en misschien wel meer- eens uit te schrijven.
Misschien deel ik het ook nog wel ergens, want delen is helen tenslotte.
Hier begint 'mijn schrijven' van gister mee en er volgde een verhaal dat ik deelde met een vriendin.
Na wat appjes 'Kan ik dit echt wel delen, mijn hoofd vindt er van alles van'. En, "Echt PRACHTIG Chris! Het leest als een roman ik hóór je praten, en het is echt helemaal jouw verhaal. Mensen die jou kennen of al langer volgen, weten dat jouw broer is overleden. Het hoe of wat een keer delen voelt heel logisch".
Waarop ik ook meteen voelde " Ja zo is het ook, fuck it. Ik deel het gewoon".
Het was maandag 20 oktober 2008 en ik had die dag gewerkt.
Ik werkte op de contractafdeling van een groot ICT bedrijf. Het was mijn tweede week na een zwangerschapsverlof van 16 weken. Ik was in augustus voor de tweede keer moeder geworden, van Iyan.
Even na 17.00 uur reed ik naar huis en zag mijn broer rijden in de auto van mijn ouders - een klein model Jeep, ik weet het nog goed- met daarachter een kar met een bankstel. Dat had hij ergens opgehaald die middag. Ik zwaaide en toeterde naar hem, hij zwaaide vrolijk terug.
Wat ik toen nog niet wist was dat dat de laatste keer zou zijn dat ik hem - in levende lijve- zou zien…
De volgende dag, dinsdag 21 oktober, had ik weer gewerkt en reed aan het eind van de dagnaar het huis van mijn zus om de kids op te halen.
En wat ik daar aantrof, vergeet ik én nooit meer en stond zo in mijn geheugen gegrift dat ik dat zelfde beeld nog maanden erna íedere keer zag als ik daar naar binnenstapte.
Mijn zus lag op de grond, Hans (mijn zwager) stond verdwaasd met de telefoon in z’n handen, Fenne (mijn nichtje) zat op de bank voor zich uit te staren met mijn baby op schoot. De rest van de kinderen zat ernaast. Ik kwam binnen en Hans zei “Chris, niet schrikken je broer is dood”.
Ik begreep er niks van.. ik stamelde volgens mij iets van “ Huh, wat zeg je? Hoe dan? Wanneer?“. Op dat moment komt mijn zus weer bij - die was out gegaan van de schrik en lag daarom op de grond- en ze zegt “Hij heeft het zelf gedaan, we moeten naar papa en mama toe, nu meteen” .
Hans komt (gelukkig) op het idee om eerst Johan (mijn partner) te bellen, hij is aan het werk in Duitsland en belooft snel naar huis te komen.
Ik weet nog dat we met z’n 9 -en in de auto van mijn zus gepropt zaten en naar mijn ouders reden. Onderweg herhaalde ik steeds - in mijn hoofd- de woorden: “Nee, dit klopt niet. Ze hebben zich vergist, het is iemand anders die dood is. Dat kán niet anders. Niet mijn broer, alsjeblieft."
We komen steeds dichterbij en op het moment dat ik mijn broers huis zie (aan de overkant bij mijn ouders) zie ik ook een ambulance staan, op dat moment besef ik dat ‘ze’ zich NIET vergist hebben. Dat het echt zo is, hij is dood.
Mijn allerliefste broer is er niet meer.
Ik zie alle buren buiten staan, verbluft, in shock, sommige staan te huilen. Ik kan er niet naar kijken en kijk naar de grond terwijl ik mijn ouders huis in loop. Daar zijn mijn ouders en mijn oom en tante om ons op te vangen, ik weet nog dat ik het eerste uur aan tafel heb gezeten en alleen maar voor me uit heb zitten staren terwijl de tranen over mijn wangen rolden.
Terwijl mijn tante wat heen en weer loopt met de kleine Iyan op haar arm, bedenk ik me ineens dat hij ook weer een keer honger zal krijgen.
We hebben helemaal niets meegenomen bij mijn zus vandaan, geen flesje, geen melkpoeder, geen luiers, helemaal niets.
Dus ik besluit dat te gaan halen. Ik weet nog dat mijn zus haar auto in de straat geparkeerd stond en dat ik de auto niet uit het parkeervak kreeg, ook niet na 6 keer steken. (dat je zulke onbenulligheden kan onthouden he🙃) Hans reed ‘m er voor mij uit.
We mogen de komende uren niet bij mijn broer, er worden allerlei onderzoeken gedaan in huis. Ik weet nog dat ik zo graag naar hem toe wilde. Die lieverd, die was daar nu helemaal alleen met die politiemensen, mensen die hij niet kent, die aan hem zitten.
Na wat uren leek te duren, werd hij meegenomen. Ik heb er niet naar gekeken. Ik kon het niet.
De dag erna ga ik zijn huis binnen, loop naar boven, pak een trui van de grond en duw mijn neus erin, ik snuif zijn geur op terwijl de tranen over mijn wangen lopen. Ik loop naar de kamer waar de trap naar zolder staat en zie zijn schoenen keurig naast elkaar naast de trap staan en loop naar boven, daar waar mijn vader hem heeft gevonden en de rillingen lopen -tree voor tree- over mijn rug….
Mijn ouders werden zo rond de middag gebeld door de werkgever van mijn broer dat hij niet op werk was verschenen en dat ook de telefoon niet werd opgenomen. Dat was vreemd want dat was niets voor mijnbroer…
Mijn vader besloot toen - met lood in z’n schoenen- te gaan kijken in zijn huis. En, eenmaal op zolder trof mijn vader mijn broer aan, dood. M’n vader is naar zijn broer Hans gelopen die bij ons in de straat woont en samen hebben ze 112 gebeld.
Mijn vader heb ik er nog nooit om zien huilen, die arme man.
De dagen die dan volgen bestaan o.a uit, een kist, muziek en een overlijdenskaart kiezen.
Bizar.
Ik weet nog dat ik regelmatig het idee had dat ik in een soort nachtmerrie terecht was gekomen, waaruit ik ieder moment kon ontwaken en alles weer hetzelfde zou zijn als eerst.
Iedere ochtend vóór het moment dat ik écht wakker werd, was het fijnst. In dát ieniemienie momentje wás het ook alsof er niets aan de hand was.
Totdat je echt ontwaakt en beseft " Oh ja... wat een klotezooi".
Dat gevoel heb ik nog lang gehad.
Ik at niet, ik sliep niet en viel kilo’s af die week.
Op de dag van de begrafenis waren mijn tranen op, gewoon echt helemaal op.
Ik weet nog dat ik in de dagen erna ook bezig was met "Wat zullen mensen wel niet gedacht hebben, ze hebben mij niet eens zien huilen”.
Bizar ook hoe je zo’n dag beleefd, vanaf een afstand, alsof het niet jouw broer is die dood is gegaan. Alles gaat op de automatische piloot, als een robot heb ik netjes alle handen staan schudden en de mensen bedankt dat ze waren gekomen.
Ik weet nog dat ik bij dagelijkse handelingen die ik andere uit zag voeren - zoals het uitlaten van een hond, boodschappen doen, de vuilnisbak aan de straat zetten dacht “Serieus doe even normaal, stop daarmee, mijn broer is dood. Hoe kun je nu ‘gewoon’ verdergaan met al die onbelangrijke dingen terwijl MIJN BROER DOOD IS". Alsof het leven gewoon verder ging, terwijl dat van mij stilstond.
En, dat ging het ook, het leven ging verder, een andere keuze was er niet.
Ik ging weer naar mijn werk en de supermarkt.
Daar hoorde ik mensen fluisteren “Kijk, dat is zijn zusje.. van die jongen die zelfmoord heeft gepleegd weet je wel”.
Schuld, schaamte, verdriet, een bodemloze put van hartenpijn is wat ik lang gevoeld heb.
Er waren genoeg momenten dat ik in de auto reed en me zó kut voelde dat ik dacht “Als ik NU tegen die boom aanrijd, hoef ik me niet meer zo te voelen, dan stopt die pijn die ik voel”.
Waarop je dan ook weer beseft dat hij zich exact zo heeft moeten voelen, anders maak je die ‘beslissing’ niet.
Dan was er ook het besef dat hij die pijn helemaal alleen heeft moeten dragen, niemand om zijn gevoel te kunnen delen. Had hij dat maar wel gedaan…
Mijn broer had schulden, was gescheiden en ongelukkig, zo bleek.
En ik heb het niet gezien.
Ik was druk met mezelf, met mijn gezin, mijn 2e zwangerschap, werk, vrienden. Ik heb het gewoon NIET GEZIEN. En heb me daar lange tijd schuldig over gevoeld.
Ja, ik zag dat hij heel veel was afgevallen en stress had om geld.
Hij wilde zijn laatste verjaardag niet vieren en toen we er toch met een kleine groep mensen waren, zag ik dat hij afwezig en niet blij was.
Een week voor zijn dood hebben we de verjaardag van zijn dochter (4) nog gevierd en ook toen was hij afwezig en leek somber.
Hij heeft geen briefje voor ons achtergelaten of wat dan ook….
Hij is 35 jaar geworden en zou nu 50 zijn geweest.
Ik vraag me regelmatig af hoe hij eruit zou hebben gezien, wie hij nu zou zijn.
Waarschijnlijk nog steeds dat lieve pure mens dat hij toen ook al was, alleen dan met wat rimpels.
“Ruwe bolster, blanke pit” stond in de overlijdensadvertentie van zijn werkgever. En ja dat was hij, onder de tattoos, bijna 2 meter lang, tikkie grof ;) maar oh zo’n groot hart. Een echte lieverd.
Door hem heb ik uiteindelijk zoveel geleerd.
Zijn dood was de katalysator voor nog meer ellende, maar uiteindelijk bleken daar de mooiste levenslessen in verstopt te zitten.
Het leven werkt vóór jou, nooit tegen jou.
Je hart wijst je de weg, je hoeft er alleen maar op te (durven) vertrouwen.
Je mag hulp vragen als je het alleen niet redt, ook als je het alleen wél zou redden trouwens.
Verdrietig, boos, bang zijn, it's all good. Het mag er allemaal zijn.
Praat erover. Vertel hoe je je voelt, wát je voelt.
Zet jezelf altijd op nummer één, no matter what.
Niet gek dus dat ik daar mijn werk van heb gemaakt.
Ik ben steeds meer ‘mezelf’ aan het worden, laagjes af aan het pellen.
Zo ontstaat er meer verbinding, helderheid in en met mezelf, de wereld om me heen en met HEM, mijn allerliefste broer die mij op zoveel manieren laat weten dat hij er nog héél vaak is.
Vandaag - precies 15 jaar later- vier ik het leven (ADE here we come!) en voel ik me een dankbaar mens.
Voor welke shitshow kun jij (achteraf) dankbaarheid voelen?
Voel je vrij om het met mij te delen, je kunt een reactie achterlaten onder deze blog.
Ik wens je een mooie dag vandaag en ik wil je bedanken voor de tijd die je genomen hebt om mijn verhaal te lezen.
Comments